De andere dokter in de hoofdrol
Ze dragen geen witte jas, maar ondertussen zorgen ze wél voor een gezond en vitaal werkend Nederland: de bedrijfsarts en de verzekeringsarts. Luister naar verhalen uit de praktijk en lees alles over het vak en de opleiding.
Een andere afslag
Lisette was al jaren verkocht aan het hart en Boyd wist zeker dat hij orthopeed ging worden. Toch namen ze beiden een totaal andere afslag.
Dit was toch wat ik altijd wilde?
Als geneeskundestudent stond het voor Boyd Thijssens als een paal boven water dat hij orthopeed zou worden. ‘De rest vond ik niet interessant genoeg’, blikt Boyd terug. Totdat hij daadwerkelijk, na jarenlang studeren op de orthopedie-afdeling rond mocht lopen. ‘Ik had daar zo lang naar uitgekeken. En toen kwam ik erachter dat het toch niet mij paste. Een moeilijke conclusie, want dit was toch wat ik altijd wilde?’
Mensen leren kennen
De coschappen waar hij vooraf weinig van verwachtte, zoals psychiatrie en huisartsengeneeskunde, verrasten hem juist weer positief. ‘Je leert mensen kennen en je kijkt niet alleen naar het menselijk functioneren op medisch vlak, maar neemt ook de psychologische en sociale factoren mee.’ Oog hebben voor al die aspecten vond Boyd belangrijk: ‘Het draagt allemaal bij aan de gezondheid van mensen.’ Uiteindelijk vond hij in de sociale geneeskunde zijn plek en ging in opleiding tot bedrijfsarts.
Liefde voor het hart
Aios verzekeringsgeneeskunde Lisette Hubens heeft een vergelijkbaar verhaal. Haar voorliefde voor het hart is diepgeworteld. ‘Ik heb eerst biomedische wetenschappen gestudeerd en veel onderzoek gedaan naar het hart. Ik vond het fantastisch.’ Toen ze vervolgens geneeskunde ging studeren bleef ze onderzoek doen naar het hart en ging ze als anios aan de slag bij cardiologie. Snel daarna kwam de ommezwaai.
De patiënt achter de ziekte
In de kliniek ontdekte ze dat het vooral de patiënt achter de ziekte is die haar interesseert. ‘Op een gegeven moment lag er een man op zaal met zeer ernstig hartfalen en hij was niet therapietrouw’, vertelt ze. ‘Tot hij op een gegeven moment maatjes werd met zijn buurman. Hij begon zijn pillen goed te nemen. En dat had een therapeutisch effect.’ Ze besefte dat de omgeving van de patiënt veel invloed heeft op ziekte en herstel en wilde daar meer van weten. Haar eerste stap richting de afslag arbeid en gezondheid was hiermee gezet.
Benieuwd naar het hele verhaal van Boyd en Lisette? Luister de hele op deze pagina, spotify of op Soundcloud. Veel luisterplezier!
Lisette Hubens
Lisette is aios verzekeringsgeneeskunde en werkt bij UWV. Daarnaast geeft ze les aan coassistenten. Haar doel is om de persoon achter de ziekte te begrijpen en mensen van daaruit te activeren richting de maatschappij. Lisette volgt de opleiding tot verzekeringsarts bij SGBO Radboudumc.
Boyd Thijssens
Tijdens de opname van deze podcast was Boyd aios bedrijfsgeneeskunde en werkte hij bij Ziektewetloket. Inmiddels is hij bedrijfsarts en medisch directeur bij De Nieuwe Arts. Boyd gaat voor optimale gezondheidswinst, tilt zo nu en dan 280 kilo de lucht in en is altijd op zoek naar de vraag achter de vraag.
Meer podcasts:
- Podcast: Leefstijl & preventie
- Podcast: Taboes doorbreken
- Podcast: Aandacht voor ‘de hele mens’
Meer informatie over:

Vraag het de andere dokter: Frederique
Wat wilde je worden toen je geneeskundestudent was? Hoe kwam dit specialisme op je pad? En mis je het werken in een ziekenhuis weleens? We verzamelden veelgestelde vragen van geneeskundestudenten en basisartsen en vroegen vier artsen in het domein arbeid & gezondheid het hemd van hun lijf. Deze keer het woord aan Frederique, aios verzekeringsgeneeskunde bij UWV.
‘Deze manier van werken past écht bij mij’
Frederique: ‘Tijdens mijn opleiding geneeskunde wist ik al dat ik buiten het ziekenhuis wilde werken. Nu ik werk als AIOS verzekeringsgeneeskunde bij UWV heb ik ontdekt dat deze manier van werken echt bij me past.
Het is afwisselender dan mensen soms denken. We doen veel meer dan alleen keuringen: ik heb de ruimte om mensen te begeleiden en hen te adviseren in hun zoektocht naar de juiste behandeling. Wat ik het mooiste vind aan verzekeringsgeneeskunde? Dat ik veel tijd voor mijn cliënten heb. Dat maakt het vak voor mij zo waardevol!’

Vraag het de andere dokter: Indira
Wat wilde je worden toen je geneeskundestudent was? Hoe kwam dit specialisme op je pad? En mis je het werken in een ziekenhuis weleens? We verzamelden veelgestelde vragen van geneeskundestudenten en basisartsen, en vroegen vier artsen in het domein arbeid & gezondheid het hemd van hun lijf. Deze keer het woord aan bedrijfsarts Indira Nandram-Tewari.
‘Al van jongs af aan wist ik dat ik anderen wilde helpen’
Indira: ‘Al van jongs af aan wist ik dat ik anderen wilde helpen en iets positiefs wilde bijdragen in het leven van mensen. De studie geneeskunde bood mij die kans. Tijdens mijn huisartsen-coschap ontdekte ik hoe mooi sociale geneeskunde is. Het intensieve en langdurige contact met patiënten, gecombineerd met het opbouwen van een vertrouwensband, gaf me een compleet nieuwe kijk op mijn vak.
Mijn focus verschoof: ik wilde niet alleen kort behandelen, maar écht begeleiden naar herstel en gezondheid stimuleren. In de bedrijfsgeneeskunde ligt de nadruk op wat mensen wél kunnen. Dat spreekt me enorm aan. Het motiveren, ondersteunen en preventief werken geeft mij ontzettend veel energie. Het voelt goed om een bijdrage te leveren aan een gezondere en veerkrachtigere samenleving.’

Vraag het de andere dokter: Liz Ellen
Wat wilde je worden toen je geneeskundestudent was? Hoe kwam je bij dit specialisme terecht? En mis je het werken in een ziekenhuis weleens? We verzamelden veelgestelde vragen van geneeskundestudenten en vroegen vier artsen uit het domein arbeid & gezondheid het hemd van het lijf. Deze keer het woord aan Liz Ellen Groot, arts arbeid en gezondheid bij UWV.
Een zoektocht naar een specialisme met diepgang
Liz Ellen: ‘Als klein meisje wist ik het al: ik wilde dokter worden. Mijn carrière begon op de afdeling gynaecologie, maar al snel merkte ik dat de werksfeer niet bij me paste. Ik verlangde naar meer diepgang en besloot mijn carrièrepad onder de loep te nemen. Na een oriënterend gesprek met twee verzekeringsartsen besloot ik het erop te wagen. Ik begon als arts arbeid en gezondheid bij UWV en wist op dag drie al: “Dit is écht een gave baan!” In mijn werk krijg ik de tijd om samen met de cliënten naar hun hele leefomgeving te kijken. Zo leggen we verbanden die ze écht verder helpen.’

Vraag het de andere dokter: Jeffrey
Wat wilde je worden toen je geneeskundestudent was? Hoe kwam je bij dit specialisme terecht? En mis je het werken in een ziekenhuis weleens? We verzamelden veelgestelde vragen van geneeskundestudenten en vroegen vier artsen uit het domein arbeid & gezondheid het hemd van het lijf. Deze keer het woord aan, bedrijfsarts Jeffrey Schaap.
Van huisarts via het ziekenhuis naar bedrijfsarts
Jeffrey: ‘Als anios huisartsgeneeskunde, neurochirurgie en neurologie merkte ik dat ik veel voldoening haal uit het begeleiden van patiënten. Maar door de tijdsdruk kwam ik daar te weinig aan toe. Ik ging me verder oriënteren en besloot een dag mee te lopen met een bedrijfsarts. Na die meeloopdag was ik om. Als bedrijfsarts heb ik de tijd om iemand te leren kennen. Om naar de mens te kijken en niet alleen naar de aandoening. Dat is wat mij zo aantrekt in het vak.’


Rondje langs de velden: Erasmus MC
‘Meer aandacht voor de arts van de toekomst’
16 februari 2022 | De andere dokter maakt een ‘rondje langs de velden.’ We gaan in gesprek met onderwijscoördinatoren sociale geneeskunde van verschillende medische faculteiten verspreid over het land. In hoeverre besteden zij in hun curriculum al aandacht aan arbeid & gezondheid? En wat zijn de plannen voor de toekomst? Deze keer is het woord aan Suzie Otto, wetenschappelijk docent en onderzoeker bij het Erasmus MC in Rotterdam. ‘De arts van de toekomst krijgt steeds meer aandacht.’
Sinds 2018 heeft het Erasmus MC een nieuwe onderwijsvisie ontwikkeld: de Erasmusarts 2030. Met het oog op een snel veranderende maatschappij wil de universiteit meer aandacht voor de arts van de toekomst in het curriculum, vertelt wetenschappelijk docent en onderzoeker Suzie Otto. ‘Studenten leren bijvoorbeeld steeds meer om goed samen te werken en over de grenzen van het eigen vak problemen te analyseren. Ze moeten in staat zijn om professionele verantwoordelijkheid te nemen voor preventie van ziekte op individueel niveau. En patiënten met meerdere gezondheidsproblemen kunnen ondersteunen bij hun participatie in de samenleving. Zo leren onze studenten in het nieuwe onderwijs rekening te houden met onder andere diversiteit in doelgroepen, de sociale- en culturele context van een patiënt en de gezondheidsvaardigheden van mensen. Dat zijn competenties die ook nodig zijn voor een ‘future proof’ arts sociale geneeskunde. De ontwikkeling van de nieuwe visie ‘Erasmusarts 2030’ is nog in volle gang. Masterstudenten krijgen hierdoor ook meer les over sociale geneeskunde.’
Bachelor
‘Binnen de medische faculteit van het Erasmus MC wordt op dit moment vooral in de master aandacht besteed aan sociale geneeskunde. In de bachelor is minder aandacht voor sociale geneeskunde, ook in vergelijking met andere specialisaties. Bachelorstudenten leren wel over sociale geneeskunde in zelfstudieopdrachten en het community projectonderwijs. Zo is een van de studieopdrachten in het tweede jaar gericht op het werk van een bedrijfsarts. In het derde jaar komen thema’s binnen de sociale geneeskunde ook terug in het lesmateriaal. Dit jaar hebben we bijvoorbeeld jeugdgezondheidszorg in colleges behandeld. Daarnaast verzorgen we ieder jaar een hoorcollege, waarin een bedrijfsarts verteld over het vak. Verzekeringsgeneeskunde komt vooral terug als zelfstudie van het gelijknamige hoofdstuk in het leerboek k Volksgezondheid en Gezondheidszorg. En in het community projectonderwijs, waarin jaarlijks 1 à 2 projecten worden aangeleverd vanuit het UWV.’
Master
‘Onze masterstudenten lopen in het tweede jaar de verplichte coschappen sociale geneeskunde. Voorafgaand volgen de studenten het onderwijsblok waarin alle specialisaties van sociale geneeskunde aan bod komen. Tijdens dit onderwijsblok verzorgen onder andere bedrijfs- en verzekeringsartsen e-modules, colleges en verplicht vaardigheidsonderwijs over verzuimbegeleiding, beroepsziekten, verzekeringsgeneeskunde en socialeverzekeringswetgeving. Voor de coronapandemie koos ongeveer een derde van de studenten voor de coschappen Arbeid & Gezondheid, die in totaal drie weken duren. Met de opdracht ‘Patiënt volgen’ krijgen onze studenten al tijdens de klinische coschapfase een inkijkje in de gevolgen van een ziekte voor een werkende patiënt en de schakels van het zorgsysteem die patiënten moeten doorlopen. Ook leren ze in verplicht vaardigheidsonderwijs in het eerste jaar, verzorgd door bedrijfsartsen, persoonlijke en omgevingsfactoren die het verloop van de klinische fase van de opleiding positief of negatief kunnen bepalen voor hen.’
Sociale geneeskunde bij Erasmus MC Rotterdam n in het kort:
- De competenties van de arts van de toekomst – de Erasmusarts 2030 – worden steeds meer in het curriculum aangeboden. Dit zijn ook competenties die aansluiten bij het profiel van sociale geneeskunde. Bijvoorbeeld samenwerken en discipline-overstijgend problemen analyseren.
- Op dit moment is er in de bachelor nog weinig aandacht voor sociale geneeskunde, in de master juist meer.
- Bachelorstudenten leren met name over sociale geneeskunde in zelfstudieopdrachten en speciale colleges verzorgd door artsen uit het veld.
- Alle masterstudenten lopen verplichte coschappen sociale geneeskunde. Voor de coronapandemie koos circa een derde van de studenten voor de coschappen Arbeid & Gezondheid. Deze coschappen duren drie weken.
Website: Faculteit der Geneeskunde Erasmus MC Rotterdam
Waarom aandacht voor sociale geneeskunde – waar verzekerings- en bedrijfsgeneeskunde onder valt – belangrijk is? Omdat meer dan de helft van alle huidige geneeskundestudenten straks aan het werk gaat buiten de muren van het ziekenhuis. Ondertussen gaat de meeste aandacht binnen het onderwijs van medische faculteiten uit naar ziekenhuisspecialismen. Uit recent onderzoek van De Geneeskundestudent blijkt dat 57% van de geneeskundestudenten vindt dat beroepen uit de publieke gezondheidszorg onvoldoende aantrekkelijk worden gemaakt binnen de opleiding. We maken een rondje langs de medische faculteiten om erachter te komen hoe zij bezig zijn of gaan om specialismen in de extramurale zorg beter voor het voetlicht te brengen bij geneeskundestudenten.
Lees ook:


Rondje langs de velden: Groningen
‘Sociale geneeskunde wordt steeds meer verankerd in ons curriculum’
22 maart 2022 | De andere dokter maakt een ‘rondje langs de velden.’ We gaan in gesprek met onderwijscoördinatoren sociale geneeskunde van verschillende medische faculteiten verspreid over het land. In hoeverre besteden zij in hun curriculum al aandacht aan arbeid & gezondheid? En wat zijn de plannen voor de toekomst? Deze keer is het woord aan Jessie Hermans. Zij is samen met Netty Bos-Veneman onderwijscoördinator sociale geneeskunde van het Universitair Medisch Centrum Groningen, faculteit Medische Wetenschappen aan de Rijksuniversiteit Groningen. ‘Met onze nieuwe e-learning-modules en het geïntegreerde extramurale coschap verankeren we sociale geneeskunde steeds beter in ons curriculum.’
Jessie: ‘In Groningen is de insteek dat we het onderwijs geïntegreerd aanbieden. We werken samen met andere medische disciplines. Zo leren studenten om vanuit verschillende invalshoeken naar de context van de patiënt, het zorgnetwerk rondom de patiënt en de aanpak van gezondheidsvraagstukken op populatieniveau te kijken. Ook de bedrijfs- en verzekeringsgeneeskunde, als onderdeel van de sociale geneeskunde, krijgt op verschillende manieren aandacht in het Groningse curriculum.’
Bachelor
‘Ieder jaar krijgt een bedrijfsarts de ruimte om colleges te verzorgen. Bijvoorbeeld over thema’s zoals burn-out en arbeidsdermatologie. Ook in de competentieleerlijn healthy ageing komt het werk van bedrijfsartsen en verzekeringsartsen aan bod: artsen Arbeid en Gezondheid doceren samen met revalidatieartsen over de gevolgen van chronische pijn voor werk en participatie van patiënten. De verankering van deze specialisaties in het bachelor curriculum breidt zich steeds verder uit. Voor het komende collegejaar ontwikkelen we bijvoorbeeld een aantal onderwijsactiviteiten in samenwerking met neurologen en psychiaters.’
E-learning modules
‘Bedrijfs- en verzekeringsgeneeskunde komen ook terug in onze nieuwe e-learning Zes stappen van gezondheid. Deze digitale leeromgeving bevat een introductiemodule en zes modules – stappen – over gezondheid. Bijvoorbeeld over de determinanten van gezondheid, de verschillende vormen van preventie en het levensloopperspectief. In iedere stap is ook aandacht voor sociale geneeskunde. Zo vertellen bedrijfsartsen in het lesmateriaal vanuit hun eigen praktijk over hun werk. We gebruiken de e-modules zowel in de bachelor- als in de masteropleiding.’
Master
‘In de master is in alle jaren op verschillende manieren aandacht voor bedrijfs- en verzekeringsgeneeskunde. In het eerste jaar volgen studenten een college over consultvoering, verzorgd door een bedrijfsarts en een jeugdarts. Ze leren aan de hand van praktijkvoorbeelden bijvoorbeeld over school- en ziekteverzuim. In het tweede jaar zijn er binnen de leerlijn Professionele ontwikkeling vier opdrachten over patiëntgerichte zorg, waarvan één over Arbeid & Gezondheid. Studenten onderzoeken hierin samen met de patiënt wat de meest optimale weg door gezondheidszorg is en welke keuzes hierbij horen. Tweedejaars volgen ook het verplichte coschap Sociale geneeskunde van vier weken. In het derde jaar kiezen studenten zelfstandig waar ze een semiarts stage gaan lopen. De keuze valt soms ook op een stage bij de bedrijfs- of verzekeringsarts.’
Geïntegreerd extramuraal coschap
‘Vanaf september 2022 starten we met het geheel nieuwe coschap Sociale geneeskunde. Het is een extramuraal coschap met Huisartsgeneeskunde en Ouderengeneeskunde. Momenteel lopen er pilots waarin coassistenten 12 weken achter elkaar stagelopen. De studenten krijgen in het coschap een completer beeld van het werk in de vakgebieden, de verbindingen ertussen en van het extramurale preventie- en zorgnetwerk. We hebben gezamenlijk een programma voor het terugkomonderwijs ontwikkeld. In iedere onderwijsbijeenkomst komt ook Arbeid & Gezondheid terug, zoals in de speciale module over werk en participatie. In de terugkomdagen leren studenten aan de hand van opdrachten reflecteren op de context van patiënten en cliënten, het preventie- en zorgnetwerk en de continuïteit van zorgen op gezondheidsvraagstukken op community-niveau.’
Stageplaatsen
‘We plaatsen ongeveer 100 coassistenten per jaar bij een bedrijfsgeneeskundige dienst of het UWV. Tijdens de coronacrisis is dat aantal flink gedaald. We hebben in Groningen ruim 400 stageplaatsen sociale geneeskunde nodig. Voor Arbeid & Gezondheid kunnen we wel 200 coassistenten plaatsen. We streven ernaar dit aantal te realiseren, zodat meer studenten kennismaken met het werk van bedrijfs- en verzekeringsartsen. Wij willen organisaties binnen de Arbeid & Gezondheid waar mogelijk ondersteunen om dit aantal stageplaatsen mogelijk te maken.’
Sociale geneeskunde Rijksuniversiteit Groningen in het kort:
- In de bachelor fase geven bedrijfsartsen een aantal colleges en dragen zij bij aan verplichte leerstof.
- Alle studenten hebben toegang tot de e-learning Zes stappen van gezondheidinclusief bijdragen van bedrijfsartsen en verzekeringsartsen.
- Masterstudenten volgen het college ‘consultvoering’ verzorgd door een bedrijfsarts en een jeugdarts en het verplichte coschap sociale geneeskunde van 4 weken.
- Vanaf september 2022 wordt aan alle coassistenten een extramuraal coschap van 12 weken aangeboden. Hier wordt leren op de werkvloer bij Huisartsgeneeskunde, Oudergeneeskunde en Sociale geneeskunde gecombineerd met gezamenlijk en geïntegreerd onderwijs.
- Er zijn nog flink wat extra stageplaatsen nodig. Het UMCG kan circa 200 studenten per jaar introduceren met het werk van bedrijfsarts of verzekeringsarts in de praktijk.
Website: Faculteit Medische Wetenschappen Rijksuniversiteit Groningen
Waarom aandacht voor sociale geneeskunde – waar verzekerings- en bedrijfsgeneeskunde onder valt – belangrijk is? Omdat meer dan de helft van alle huidige geneeskundestudenten straks aan het werk gaat buiten de muren van het ziekenhuis. Ondertussen gaat de meeste aandacht binnen het onderwijs van medische faculteiten uit naar ziekenhuisspecialismen. Uit recent onderzoek van De Geneeskundestudent blijkt dat 57% van de geneeskundestudenten vindt dat beroepen uit de publieke gezondheidszorg onvoldoende aantrekkelijk worden gemaakt binnen de opleiding. We maken een rondje langs de medische faculteiten om erachter te komen hoe zij bezig zijn of gaan om specialismen in de extramurale zorg beter voor het voetlicht te brengen bij geneeskundestudenten.
Lees ook:


Veel flexibiliteit als bedrijfsarts
‘Mijn coschap bedrijfsgeneeskunde is mijn grote geluk geweest’
11 april 2023 | ‘Wat hoop je zelf? Waar ben je bang voor? Hoe was het in de goede dagen?’ Dat zijn vragen die Elise Koopman, bedrijfsarts en medisch directeur bij LEV arbo, stelt tijdens haar spreekuur. Aan degene die verzuimt, en aan de leidinggevende. ‘Ik wil weten wat er speelt, op het werk, en in iemands leven.’
De tijd die ze heeft voor gesprekken, dat vond Elise een verademing na coschappen in het ziekenhuis. ‘Mijn coschap bedrijfsgeneeskunde is mijn grote geluk geweest, zeg ik wel eens. Omdat het als bedrijfsarts mogelijk is een allround arts te zijn; heel anders dan in een ziekenhuis waar je een diagnose stelt en een patiënt weer uit beeld verdwijnt. Of een huisarts die tien minuten per patiënt heeft. Tijdens het coschap bedrijfsgeneeskunde wist ik: dit is waarom ik geneeskunde ben gaan studeren.’
Elise werkt als bedrijfsarts op locatie, onder meer bij verzekeraar Achmea. ‘Op locatie werken is een uitgangspunt van onze arbodienst. Wij willen onze klanten echt leren kennen. Voor een eerste consult nemen wij een uur. Daarvoor spreek ik graag even met de leidinggevende.’
Van het verzuim gaat meer dan een derde over psychische problematiek; ongeveer een derde over het bewegingsapparaat. ‘Bij een gebroken been is het duidelijk, een burn-out verloopt vaak minder eenduidig. Maar: werkplezier en regelruimte, voldoening en betrokkenheid spelen altijd een grote rol.’
Dagverhaal bijhouden
Tijdens het traject bepaalt Elise hoe belastbaar iemand is. ‘Een belangrijke tool daarbij is het dagverhaal. Per dag houdt iemand bij wat zijn activiteiten zijn en hoe hij zich daarna voelt. Zo maak je het activiteitenniveau inzichtelijk. En weet je wat je kunt vragen: of iemand bijvoorbeeld meer tijd nodig heeft, of dat kleine stappen wel al goed te doen zijn.’
Vertrouwen opbouwen noemt ze essentieel voor haar werk. ‘En nodig om mijn advies over belastbaarheid te laten landen. Soms speelt er van alles op de werkvloer. Dan merk ik dat een leidinggevende heel gehaast overkomt of dat er drie zieken op één afdeling zijn. Of zie ik een werknemer, die het verhaal aan mij heel helder verwoordde, dichtklappen met de leidinggevende erbij. Wil je daarover in gesprek gaan, is het nodig dat mensen je vertrouwen.’
Vragen naar angsten
Het is zonder meer helpend om de werkomgeving te betrekken. ‘Het advies moet geaccepteerd worden – ook door de leidinggevende. Die moet niet het idee krijgen dat buiten zijn zichtveld om, zich van alles afspeelt waar hij geen grip op heeft. Daarom vraag ik ook de leidinggevende altijd naar verwachtingen, naar angsten.’
De druk kan ook in de thuissituatie liggen. ‘Medewerkers die in een zorgspagaat zitten, met opgroeiende kinderen en ouders op leeftijd, zijn kwetsbaarder. Soms kan een digitaal consult ook inzicht geven: huilende kinderen, rommel op de achtergrond, laptop op de keukentafel. Dan vraag ik ook door naar de thuiswerkplek. Ook dit soort observaties spelen mee. Het is echt sociale geneeskunde, wat we doen.’
Aandacht voor werkplezier
Tijdens een traject is er altijd aandacht voor preventie en, net zo belangrijk, werkplezier. ‘Op preventie laten we ongelooflijk veel kansen liggen. Uitval kan vaker te voorkomen zijn door te signaleren dat iemand tijdelijk minder belastbaar is. Dáár zou aandacht voor moeten komen, beleidsmatig en op de werkvloer. En: mensen die blij worden van wat ze doen, is de best denkbare preventie.’
Specialiseren in een deelgebied
Elise werkt zo’n 30 uur per week. Met haar man die ook arts is, deelt ze de zorg voor hun drie jonge kinderen. ‘Als bedrijfsarts heb je veel flexibiliteit, die ruimte is heel fijn. En de ontwikkelmogelijkheden zijn bijna eindeloos. Ik zie dat veel van mijn collega’s opleider worden of zich specialiseren in een deelgebied van de sociale geneeskunde: oncologie, toxicologie of onderzoek bijvoorbeeld. Ik hou me naast mijn werkzaamheden bezig met beleid en bestuur, dat vind ik geweldig interessant.’
Beide kanten van de tafel
Tijdens haar opleiding is Elise door kanker zelf een jaar uitgevallen. ‘Ik heb aan beide kanten van de tafel gezeten. En heb gemerkt hoe belangrijk het is, dat een advies aansluit op waar je zit in het herstelproces. Professioneel ben ik denk ik rustiger geworden; voorheen wilde ik het liefst bij elk gesprek meteen het verschil maken. Nu weet ik: naar iemand luisteren en advies bieden, dat is vaak al genoeg. Gaan trekken en duwen heeft echt geen zin.’
Haar ziekte en herstel maakte haar extra dankbaar voor wat er is. ‘Ik heb gemerkt hoe waardevol het is om weer te kúnnen werken. Het is een recht waar we ons als maatschappij voor moeten blijven inzetten. Kunnen werken is geen gegeven, maar iets dat we met elkaar moeten koesteren.’
Lees ook:
- ‘Ons vakgebied draagt bij aan een gezondere maatschappij’ (Roos Groenveld, aios bedrijfsgeneeskunde)
- ‘Geneeskundestudenten moeten wel kunnen proeven van het vak’ (Jeroen Croes, bedrijfsarts en opleider, docent en onderwijscoördinator)
- De maatschappelijke impact van ziek-zijn (Kristel Weerdesteijn, verzekeringsarts)
- Werk zorgt voor zingeving (Evelyne van Caelenberghe, aios verzekeringsgeneeskunde)
- Op weg naar een gezonde maatschappij (Sylvia van der Burg-Vermeulen, bijzonder hoogleraar sociale verzekeringsgeneeskunde)
- Arbeid en gezondheid is overal (Pim den Boon, voorzitter De Geneeskundestudent)


Zorg voor onze psyche: heel gewoon
‘Iemand die last heeft van zijn rug laat je ook niet te zwaar tillen’
12-10-2023 – Het is heel normaal dat je verdriet meemaakt of dat je met rouw of ziekte te maken krijgt, zegt Ralph Hackmann (53), bedrijfsarts en opleider bij de NSPOH. ‘En dat neem je mee naar je werk. Dat kun je als last ervaren als werkgever. Óf je kunt medewerkers helpen door voorzieningen op te nemen in je beleid.’
Psychische problemen zijn de belangrijkste oorzaken van verzuim: depressie, overspannen, burn-out. Stress is een normaal verschijnsel, legt Ralph uit. ‘Het zorgt ervoor dat je in actie komt. Maar wanneer wordt het ziekmakende stress? En welke aanpassingen heb je nodig als je stress ervaart? Als bedrijfsarts heb je de verantwoordelijkheid om daarop te letten. Zodat je kunt voorkomen dat mensen ziek worden.’
Mentale gezondheid
Ralph pleit voor gezondheidsmaatregelen gericht op mentale gezondheid, voor elke werkgever. ‘Je zet een helm op als je een bouwplaats betreedt; een heel gewone veiligheidsmaatregel die iedereen kent. En heeft iemand last van zijn rug? Dan laat je die medewerker niet te zwaar tillen. Zorg voor onze psyche zou net zo gewoon moeten zijn. Als een medewerker rouwt of overbelast is, kan het al helpen de werkdruk te verminderen.’
Steun van collega’s
Als werkgever mag je zelfmanagement stimuleren, vindt hij. ‘Intervisie inrichten is bijvoorbeeld een mooie leertool. Werknemers gaan met elkaar in gesprek over een werksituatie, delen met elkaar wat er speelt. Je leert als collega’s van elkaar en ervaart steun. Zeggen tegen een collega dat je een mindere dag hebt, kan al helpend zijn. Het is een laagdrempelige aanpak waarbij de veerkracht direct vergroot wordt. Omdat mensen niet blijven rondlopen met werkissues. En het is veilig, omdat er geen leidinggevende bij aanwezig is.’
Teaminspanning
Bijna 25 jaar is hij nu bedrijfsarts, waarvan tien jaar ook opleider. ‘Ik geef les aan de NSPOH en begeleid specialisten in opleiding. Elke specialist in opleiding maakt een persoonlijke ontwikkeling door en ik mag daaraan bijdragen. Een mooie en dankbare rol.’
Een belangrijke vaardigheid die hij aios meegeeft, is taakdelegatie. ‘Naast bekwaam zijn als bedrijfsarts, is ons werk ook een teaminspanning. Je slaat een brug tussen de medische wetenschap en de praktijk; werkt samen met een ergonoom, verwijst door naar een arbeidsdeskundige of bijvoorbeeld een psycholoog. Als bedrijfsarts heb je aandacht voor de mens, de relatie tussen werknemer en werkgever, en voor de arbeidsomstandigheden. Het gaat om het totale plaatje en daarom hebben we elkaar hard nodig.’
Vroegtijdig op consult
Hij wilde ooit maag-darm-leverarts worden, maar kwam daar na een paar jaar van terug. ‘Mensen komen vaak in een vergevorderd stadium binnen; ik had niet het idee dat ik ze beter kon maken. Ook mijn cochap kindergeneeskunde vond ik te curatief van insteek. Als bedrijfsarts is dat compleet anders; nu kan ik juist preventief werk verrichten.’
Zijn droom voor bedrijfsgeneeskunde? ‘Dat werknemers vroegtijdig en uit eigen beweging naar mij toekomen voor een vrijblijvend consult, net zoals je naar een huisarts gaat. Ziekte wordt nog te vaak gezien als het probleem van een individuele werknemer, terwijl de werkgever juist de mogelijkheid heeft om aanpassingen door te voeren om zaken als een te hoge werkdruk en ongezonde werkomstandigheden aan te pakken. De gezondheid van medewerkers is een gedeelde verantwoordelijkheid. Wij kunnen als bedrijfsarts, samen met werkgevers én werknemers veel stress en ziekten voorkomen.’
Lees ook:
- ‘Buiten het ziekenhuis kan ik beter bijdragen aan het voorkomen van ziekten’ (Aukje Grimm, geneeskundestudent)
- ‘Ons vakgebied draagt bij aan een gezondere maatschappij’ (Roos Groenveld, aios bedrijfsgeneeskunde)
- ‘Geneeskundestudenten moeten wel kunnen proeven van het vak’ (Jeroen Croes, bedrijfsarts en opleider, docent en onderwijscoördinator)
- De maatschappelijke impact van ziek-zijn (Kristel Weerdesteijn, verzekeringsarts)
- Veel flexibiliteit als bedrijfsarts (Elise Koopman, bedrijfsarts)
- Werk zorgt voor zingeving (Evelyne van Caelenberghe, aios verzekeringsgeneeskunde)
- Op weg naar een gezonde maatschappij (Sylvia van der Burg-Vermeulen, bijzonder hoogleraar sociale verzekeringsgeneeskunde)
- Arbeid en gezondheid is overal (Pim den Boon, voorzitter De Geneeskundestudent)


Arbeid en gezondheid is overal
‘Eigenlijk zijn we allemaal ervaringsdeskundigen’
14 februari 2023 | Pim den Boon is 6e-jaars geneeskundestudent in Rotterdam en voorzitter van De Geneeskundestudent. De juiste arts op de juiste plek, dat is een van de speerpunten waar hij zich hard voor maakt. ‘Waar wij als arts straks terechtkomen, moet aansluiten bij de behoeften vanuit de maatschappij.’
Meer dan 70% van de artsen werkt niet in het ziekenhuis, maar daarbuiten. Bijvoorbeeld als huisarts, in de sociale geneeskunde of binnen het domein arbeid & gezondheid. Pim: ‘Als we echt de arts van de toekomst op willen leiden, dan moet de geneeskundeopleiding beter aan gaan sluiten bij de ontwikkelingen in de maatschappij. Het gaat dan niet alleen om een optimale selectie van geneeskundestudenten, maar ook om de kennis die je tijdens de studie op doet. Die is nu nog veel te veel gericht op ziekenhuisspecialismen. Terwijl zorg buiten het ziekenhuis en zaken als preventie steeds belangrijker worden.’
Studenten zijn nieuwsgierig
Het domein arbeid en gezondheid is op dit moment onderbelicht onder geneeskundestudenten, vertelt Pim. Maar hij ziet wel een voorzichtige positieve verschuiving. De aandacht voor extramurale vlakken binnen het curriculum groeit en studenten willen zelf ook beter en vollediger geïnformeerd worden. ‘Studenten zijn nieuwsgierig naar hun mogelijkheden. Ze kijken met een brede bril naar hun toekomstige carrière: geeft het mij voldoening? Hoe kan ik als arts bijdragen aan de veranderende zorgvraag?’
Grote betrokkenheid
Zelf maakte hij kennis met het domein tijdens het verplichte coschap van drie weken in de bedrijfsgeneeskunde. In de Haven van Rotterdam. ‘Heel interessant, ik kom daar normaal nooit. Ik besefte hier hoe hoog de betrokkenheid van veel medewerkers is. Afgekeurd voor de fysiek zware arbeid in de haven? Dan solliciteer ik op een kantoorfunctie: als ik maar bij kan blijven dragen. Dat was zo’n beetje het motto onder het personeel. Wat me ook opviel, was de ruimte voor persoonlijk contact die je als bedrijfsarts hebt. Het gaat niet alleen om de medische aandoening, maar ook om het totaalplaatje: welke sociale factoren spelen mee? Hoe ziet de leefomgeving van deze persoon eruit? En wat vindt iemand belangrijk in werk en leven? Van daaruit werk je als bedrijfsarts samen met een medewerker toe naar een duurzame oplossing.’
We zijn allemaal ervaringsdeskundigen
Wie je ook spreekt, als je vraagt naar iemands werk volgt er bijna altijd een interessant gesprek, vindt Pim. ‘Werken of juist niet kunnen werken zijn grote thema’s in het leven. Arbeid en gezondheid is ook het thema van De Geneeskundestudent: we richten ons op goede en veilige omstandigheden om te leren en werken. We gaan voor gelijke kansen voor alle geneeskundestudenten en willen dat ze regie over hun studie ervaren. Dat maakt arbeid en gezondheid extra interessant: we zijn er allemaal al onderdeel van, we zijn allemaal ervaringsdeskundigen. Studeren, werken, je sociale leven: het draait om balans. Vanuit die positie kun je het beste uit jezelf halen. Als bedrijfsarts en verzekeringsarts maak je dat mogelijk voor de hele beroepsbevolking.’
Meer rolmodellen en coschappen
Wat er nodig is om arbeid en gezondheid beter voor het voetlicht te brengen? ‘Ik zou graag meer rolmodellen voor de klas zien. Ik heb aardig wat colleges gevolgd van inspirerende ziekenhuisspecialisten en ik merk dat die ruimte veel minder wordt gegeven aan een bedrijfsarts of verzekeringsarts. En misschien nog wel belangrijker: méér coschappen in de sociale geneeskunde. Coschappen zijn de meest waardevolle contactmomenten voor geneeskundestudenten. Daar kun je als student zelf ook een actieve rol in pakken. Als je meer wilt weten over een bepaald vak of een domein: neem zelf contact op met professionals uit het vak of een instelling. Al kijk je maar een dag mee of loop je een coschap van een week: elke ervaring, elke kennismaking brengt je verder.’
Lees ook:
- ‘Buiten het ziekenhuis kan ik beter bijdragen aan het voorkomen van ziekten’ (Aukje Grimm, geneeskundestudent)
- ‘Ons vakgebied draagt bij aan een gezondere maatschappij’ (Roos Groenveld, aios bedrijfsgeneeskunde)
- ‘Geneeskundestudenten moeten wel kunnen proeven van het vak’ (Jeroen Croes, bedrijfsarts en opleider, docent en onderwijscoördinator)
- De maatschappelijke impact van ziek-zijn (Kristel Weerdesteijn, verzekeringsarts)
- Veel flexibiliteit als bedrijfsarts (Elise Koopman, bedrijfsarts)
- Werk zorgt voor zingeving (Evelyne van Caelenberghe, aios verzekeringsgeneeskunde)
- Op weg naar een gezonde maatschappij (Sylvia van der Burg-Vermeulen, bijzonder hoogleraar sociale verzekeringsgeneeskunde)
