De andere dokter in de hoofdrol
Ze dragen geen witte jas, maar ondertussen zorgen ze wél voor een gezond en vitaal werkend Nederland: de bedrijfsarts en de verzekeringsarts. Luister naar verhalen uit de praktijk en lees alles over het vak en de opleiding.
Een andere afslag
Lisette was al jaren verkocht aan het hart en Boyd wist zeker dat hij orthopeed ging worden. Toch namen ze beiden een totaal andere afslag.
Dit was toch wat ik altijd wilde?
Als geneeskundestudent stond het voor Boyd Thijssens als een paal boven water dat hij orthopeed zou worden. ‘De rest vond ik niet interessant genoeg’, blikt Boyd terug. Totdat hij daadwerkelijk, na jarenlang studeren op de orthopedie-afdeling rond mocht lopen. ‘Ik had daar zo lang naar uitgekeken. En toen kwam ik erachter dat het toch niet mij paste. Een moeilijke conclusie, want dit was toch wat ik altijd wilde?’
Mensen leren kennen
De coschappen waar hij vooraf weinig van verwachtte, zoals psychiatrie en huisartsengeneeskunde, verrasten hem juist weer positief. ‘Je leert mensen kennen en je kijkt niet alleen naar het menselijk functioneren op medisch vlak, maar neemt ook de psychologische en sociale factoren mee.’ Oog hebben voor al die aspecten vond Boyd belangrijk: ‘Het draagt allemaal bij aan de gezondheid van mensen.’ Uiteindelijk vond hij in de sociale geneeskunde zijn plek en ging in opleiding tot bedrijfsarts.
Liefde voor het hart
Aios verzekeringsgeneeskunde Lisette Hubens heeft een vergelijkbaar verhaal. Haar voorliefde voor het hart is diepgeworteld. ‘Ik heb eerst biomedische wetenschappen gestudeerd en veel onderzoek gedaan naar het hart. Ik vond het fantastisch.’ Toen ze vervolgens geneeskunde ging studeren bleef ze onderzoek doen naar het hart en ging ze als anios aan de slag bij cardiologie. Snel daarna kwam de ommezwaai.
De patiënt achter de ziekte
In de kliniek ontdekte ze dat het vooral de patiënt achter de ziekte is die haar interesseert. ‘Op een gegeven moment lag er een man op zaal met zeer ernstig hartfalen en hij was niet therapietrouw’, vertelt ze. ‘Tot hij op een gegeven moment maatjes werd met zijn buurman. Hij begon zijn pillen goed te nemen. En dat had een therapeutisch effect.’ Ze besefte dat de omgeving van de patiënt veel invloed heeft op ziekte en herstel en wilde daar meer van weten. Haar eerste stap richting de afslag arbeid en gezondheid was hiermee gezet.
Benieuwd naar het hele verhaal van Boyd en Lisette? Luister de hele op deze pagina, spotify of op Soundcloud. Veel luisterplezier!
Lisette Hubens
Lisette is aios verzekeringsgeneeskunde en werkt bij UWV. Daarnaast geeft ze les aan coassistenten. Haar doel is om de persoon achter de ziekte te begrijpen en mensen van daaruit te activeren richting de maatschappij. Lisette volgt de opleiding tot verzekeringsarts bij SGBO Radboudumc.
Boyd Thijssens
Tijdens de opname van deze podcast was Boyd aios bedrijfsgeneeskunde en werkte hij bij Ziektewetloket. Inmiddels is hij bedrijfsarts en medisch directeur bij De Nieuwe Arts. Boyd gaat voor optimale gezondheidswinst, tilt zo nu en dan 280 kilo de lucht in en is altijd op zoek naar de vraag achter de vraag.
Meer podcasts:
- Podcast: Leefstijl & preventie
- Podcast: Taboes doorbreken
- Podcast: Aandacht voor ‘de hele mens’
Meer informatie over:


Werk zorgt voor zingeving
‘Mensen worden soms ziek omdat ze geen oplossingen meer zien’
Aios verzekeringsgeneeskunde Evelyne van Caelenberghe is zich extra bewust van hoe sterk arbeid en gezondheid met elkaar zijn verbonden sinds ze bij UWV Goes werkt. ‘Cliënten vertellen dat werken hun leven zin geeft, dat het zorgt voor structuur en sociale contacten. Werk is zoveel meer dan alleen geld verdienen.’
Het mooiste van haar vak? ‘Dat ik tijdens spreekuren echt de tijd voor mijn cliënten kan nemen’, vertelt Evelyne. ‘We praten niet alleen over beperkingen, maar vooral over wat ze nu of na hun genezing kunnen doen.’ Haar geneeskundige kennis is daarbij essentieel. ‘Als er een medische indicatie is, moet je weten wat dat voor een cliënt betekent. Je wilt achterhalen wat iemand kan zonder hem of haar te overbelasten.’
Preventie
Gesprekken met cliënten maken haar ook duidelijk hoe belangrijk preventie is. Zeker bij personen die al een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt hebben. ‘Mijn cliënten kampen vaak met problemen die niet direct met gezondheid te maken hebben. Maar schulden, relatieproblemen of mantelzorg hebben daar wel invloed op. Mensen worden soms ziek omdat ze geen oplossingen meer zien. Als we de nevenproblemen oplossen, gaan mensen zich beter voelen en melden ze zich minder snel ziek.’
Juridische kaders
Als aios verzekeringsgeneeskunde werkt Evelyne binnen de kaders van sociale wetgeving en juridische afspraken. ‘We moeten de cliënt én de maatschappij kunnen verantwoorden waarom we een traject ingaan: een uitkering indien nodig, participatie als het kan. Soms vertellen we een cliënt dat mantelzorg bijvoorbeeld wel belastend is, maar gelukkig geen ziekte. Dat helpt om iemand te laten meedenken aan oplossingen om toch mee te doen.
Teamwerk is essentieel
Evelyne werkt samen in een team met een sociaal-medisch verpleegkundige, een re-integratiebegeleider en een arbeidsdeskundige. Het team houdt intensief contact met cliënten én met elkaar. ‘Elke week bespreken binnen het team zo’n vijfentwintig personen. Bij iedere cliënt overleggen we of en hoe we de afstand tot de arbeidsmarkt kunnen verkleinen. Daarin komen de medische aspecten aan bod, maar ook aanpassingen in het werk of begeleiding die mensen nodig hebben. Bijvoorbeeld een jobcoach, sollicitatietraining, een opleiding of hulp bij financiële problemen.’
Waardering
Die persoonlijke, multidisciplinaire aanpak werpt zijn vruchten af. Voorbeelden genoeg, vertelt Evelyne. Van de 60-jarige die zich weer nuttig voelt, omdat hij na zijn ziekbed weer aan het werk kon. Tot de ongeschoolde jongen met complexe aandoeningen die ze naar passend werk begeleidde. ‘We hebben onze cliënten goed in beeld, waardoor veel mensen uitstromen naar werk. Zelfs als ze ernstig ziek zijn geweest. Gezien het aantal bedankkaartjes dat we ontvangen, waarderen zij dat ook.’
Vroegsignalering
In de opleiding, maar ook in de samenleving als geheel, moet volgens Evelyne meer aandacht komen voor preventie. Artsen in het domein arbeid en gezondheid spelen daarin een grote rol. ‘Wij zien veel mensen in de samenleving en beoordelen hun medische én sociale situatie. We kunnen problemen in een vroeg stadium signaleren en voorkomen dat mensen ziek worden. Als meer mensen participeren en hun leven zin geven, profiteren we daar met z’n allen van.’
Lees ook:
- Op weg naar een gezonde maatschappij (Sylvia van der Burg-Vermeulen, bijzonder hoogleraar sociale verzekeringsgeneeskunde)
- Arbeid en gezondheid is overal (Pim den Boon, voorzitter van De Geneeskundestudent)


Op weg naar een gezonde maatschappij
‘Ons vakgebied is van groot belang voor de samenleving’
Artsen in het domein arbeid en gezondheid spelen een cruciale rol in het streven naar een gezonde samenleving. Dankzij arbeidsgerichte netwerkzorg en focus op de mens kunnen mensen weer echt participeren in de maatschappij. Daarom is het zaak dat we met samenwerking, lobby en wetenschappelijk onderzoek het vakgebied prominenter op de kaart krijgen, stelt bijzonder hoogleraar sociale verzekeringsgeneeskunde Sylvia van der Burg-Vermeulen.
‘Op de arbeidsmarkt staan tegenwoordig veel vacatures open, terwijl er ook veel mensen aan de kant staan. Artsen in het domein arbeid en gezondheid kunnen ervoor zorgen dat veel meer mensen aan het werk gaan én blijven. Wij moeten het voortouw nemen om over de muren van het sociale domein en het zorgdomein heen te kijken.’
Ruimte claimen
De sociale omgeving heeft grote impact op de gezondheid van mensen, vertelt Sylvia. ‘Gebrek aan bestaanszekerheid – inkomen, huisvesting, een sociaal netwerk of vangnet – is funest voor de gezondheid van mensen. Als artsen in het domein arbeid en gezondheid ruimte claimen om deze randvoorwaarden te regelen, zorgen we dat mensen sneller weer werkfit zijn. Dus niet alleen het gesprek voeren of het medische rapport schrijven. Maar ook het contact leggen om voorzieningen van de gemeente of schuldhulpverlening in gang te zetten. Of bij ongeletterdheid de tijd nemen om uit te leggen hoe het zorgsysteem is geregeld.’
Centrale rol van arts
Artsen in het domein arbeid en gezondheid zijn de centrale schakel van een geoliede machine. ‘Het gaat om het leveren van netwerkzorg’, licht Sylvia toe. ‘Verpleegkundigen, arbeidsdeskundigen, huisartsen, maatschappelijk werkers, revalidatiespecialisten, gemeentelijke bijstandsteams; zorg- en sociale hulpverleners moeten samenwerken om de patiënt te helpen. Omdat wij de hele mens in de spreekkamer zien en horen, zetten wij de lijnen van het team uit.’
Trots op het vak
Volgens Sylvia is het tijd dat er meer waardering komt voor het vakgebied. ‘Het aantal kwetsbare mensen in onze maatschappij groeit. Gezond zijn en blijven krijgt steeds meer aandacht in onze maatschappij. Ons vakgebied kan hieraan veel bijdragen. Dat moeten we met trots uitdragen.’ Zelf doet Sylvia dit onder meer als bestuurslid van de KNMG artsenfederatie. ‘Voor de ontwikkeling en het imago van ons vak moeten we de krachten met elkaar en andere partijen bundelen. Dat kan in beroepsorganisaties en door te lobbyen om thema’s op de politieke agenda te krijgen.’
Domein in ontwikkeling
Wetenschappelijk onderzoek draagt bij om het vakgebied naar een hoger niveau te brengen. ‘Ik begeleid promovendi van Amsterdam UMC-UvA die onderzoeken hoe we de arbeidsgerichte zorg in sociaal én medisch domein kunnen organiseren op basis van behoeften en voorkeuren van de patiënt. Mijn ideaal is om zo netwerkzorg te verbinden met waardegedreven zorg. Kwaliteit van leven en de mens staan dan centraal in de behandeling en begeleiding.’
Diversiteit in opleiding
Geneeskundige opleidingen zouden volgens Sylvia beter voor het voetlicht kunnen brengen wat het domein arbeid en gezondheid voor de samenleving betekent. ‘In de studie moet aandacht zijn voor het hele traject, niet alleen voor de eerstelijns- en specialistische zorg. We behandelen en begeleiden mensen die een rol hebben in onze maatschappij. Ons vakgebied zorgt ervoor dat mensen weer echt kunnen functioneren en participeren.’ Volgens Sylvia is ook diversiteit en inclusie in de opleiding van belang. ‘Onze beroepsgroep moet een afspiegeling zijn van de maatschappij. We kunnen mensen beter helpen als we hun cultuur en achtergrond kennen.’
Foto: UvA
Lees ook:
- Arbeid en gezondheid is overal (Pim den Boon, voorzitter De Geneeskundestudent)
- Werk zorgt voor zingeving (Evelyne van Caelenberghe, aios verzekeringsgeneeskunde)


Arbeid en gezondheid is overal
‘Eigenlijk zijn we allemaal ervaringsdeskundigen’
Pim den Boon is 6e-jaars geneeskundestudent in Rotterdam en voorzitter van De Geneeskundestudent. De juiste arts op de juiste plek, dat is een van de speerpunten waar hij zich hard voor maakt. ‘Waar wij als arts straks terechtkomen, moet aansluiten bij de behoeften vanuit de maatschappij.’
Meer dan 70% van de artsen werkt niet in het ziekenhuis, maar daarbuiten. Bijvoorbeeld als huisarts, in de sociale geneeskunde of binnen het domein arbeid & gezondheid. Pim: ‘Als we echt de arts van de toekomst op willen leiden, dan moet de geneeskundeopleiding beter aan gaan sluiten bij de ontwikkelingen in de maatschappij. Het gaat dan niet alleen om een optimale selectie van geneeskundestudenten, maar ook om de kennis die je tijdens de studie op doet. Die is nu nog veel te veel gericht op ziekenhuisspecialismen. Terwijl zorg buiten het ziekenhuis en zaken als preventie steeds belangrijker worden.’
Studenten zijn nieuwsgierig
Het domein arbeid en gezondheid is op dit moment onderbelicht onder geneeskundestudenten, vertelt Pim. Maar hij ziet wel een voorzichtige positieve verschuiving. De aandacht voor extramurale vlakken binnen het curriculum groeit en studenten willen zelf ook beter en vollediger geïnformeerd worden. ‘Studenten zijn nieuwsgierig naar hun mogelijkheden. Ze kijken met een brede bril naar hun toekomstige carrière: geeft het mij voldoening? Hoe kan ik als arts bijdragen aan de veranderende zorgvraag?’
Grote betrokkenheid
Zelf maakte hij kennis met het domein tijdens het verplichte coschap van drie weken in de bedrijfsgeneeskunde. In de Haven van Rotterdam. ‘Heel interessant, ik kom daar normaal nooit. Ik besefte hier hoe hoog de betrokkenheid van veel medewerkers is. Afgekeurd voor de fysiek zware arbeid in de haven? Dan solliciteer ik op een kantoorfunctie: als ik maar bij kan blijven dragen. Dat was zo’n beetje het motto onder het personeel. Wat me ook opviel, was de ruimte voor persoonlijk contact die je als bedrijfsarts hebt. Het gaat niet alleen om de medische aandoening, maar ook om het totaalplaatje: welke sociale factoren spelen mee? Hoe ziet de leefomgeving van deze persoon eruit? En wat vindt iemand belangrijk in werk en leven? Van daaruit werk je als bedrijfsarts samen met een medewerker toe naar een duurzame oplossing.’
We zijn allemaal ervaringsdeskundigen
Wie je ook spreekt, als je vraagt naar iemands werk volgt er bijna altijd een interessant gesprek, vindt Pim. ‘Werken of juist niet kunnen werken zijn grote thema’s in het leven. Arbeid en gezondheid is ook het thema van De Geneeskundestudent: we richten ons op goede en veilige omstandigheden om te leren en werken. We gaan voor gelijke kansen voor alle geneeskundestudenten en willen dat ze regie over hun studie ervaren. Dat maakt arbeid en gezondheid extra interessant: we zijn er allemaal al onderdeel van, we zijn allemaal ervaringsdeskundigen. Studeren, werken, je sociale leven: het draait om balans. Vanuit die positie kun je het beste uit jezelf halen. Als bedrijfsarts en verzekeringsarts maak je dat mogelijk voor de hele beroepsbevolking.’
Meer rolmodellen en coschappen
Wat er nodig is om arbeid en gezondheid beter voor het voetlicht te brengen? ‘Ik zou graag meer rolmodellen voor de klas zien. Ik heb aardig wat colleges gevolgd van inspirerende ziekenhuisspecialisten en ik merk dat die ruimte veel minder wordt gegeven aan een bedrijfsarts of verzekeringsarts. En misschien nog wel belangrijker: méér coschappen in de sociale geneeskunde. Coschappen zijn de meest waardevolle contactmomenten voor geneeskundestudenten. Daar kun je als student zelf ook een actieve rol in pakken. Als je meer wilt weten over een bepaald vak of een domein: neem zelf contact op met professionals uit het vak of een instelling. Al kijk je maar een dag mee of loop je een coschap van een week: elke ervaring, elke kennismaking brengt je verder.’
Lees ook:
- Op weg naar een gezonde maatschappij (Sylvia van der Burg-Vermeulen, bijzonder hoogleraar sociale verzekeringsgeneeskunde)
- Werk zorgt voor zingeving (Evelyne van Caelenberghe, aios verzekeringsgeneeskunde)


Rondje langs de velden: Erasmus MC
‘Meer aandacht voor de arts van de toekomst’
De andere dokter maakt een ‘rondje langs de velden.’ We gaan in gesprek met onderwijscoördinatoren sociale geneeskunde van verschillende medische faculteiten verspreid over het land. In hoeverre besteden zij in hun curriculum al aandacht aan arbeid & gezondheid? En wat zijn de plannen voor de toekomst? Deze keer is het woord aan Suzie Otto, wetenschappelijk docent en onderzoeker bij het Erasmus MC in Rotterdam. ‘De arts van de toekomst krijgt steeds meer aandacht.’
Sinds 2018 heeft het Erasmus MC een nieuwe onderwijsvisie ontwikkeld: de Erasmusarts 2030. Met het oog op een snel veranderende maatschappij wil de universiteit meer aandacht voor de arts van de toekomst in het curriculum, vertelt wetenschappelijk docent en onderzoeker Suzie Otto. ‘Studenten leren bijvoorbeeld steeds meer om goed samen te werken en over de grenzen van het eigen vak problemen te analyseren. Ze moeten in staat zijn om professionele verantwoordelijkheid te nemen voor preventie van ziekte op individueel niveau. En patiënten met meerdere gezondheidsproblemen kunnen ondersteunen bij hun participatie in de samenleving. Zo leren onze studenten in het nieuwe onderwijs rekening te houden met onder andere diversiteit in doelgroepen, de sociale- en culturele context van een patiënt en de gezondheidsvaardigheden van mensen. Dat zijn competenties die ook nodig zijn voor een ‘future proof’ arts sociale geneeskunde. De ontwikkeling van de nieuwe visie ‘Erasmusarts 2030’ is nog in volle gang. Masterstudenten krijgen hierdoor ook meer les over sociale geneeskunde.’
Bachelor
‘Binnen de medische faculteit van het Erasmus MC wordt op dit moment vooral in de master aandacht besteed aan sociale geneeskunde. In de bachelor is minder aandacht voor sociale geneeskunde, ook in vergelijking met andere specialisaties. Bachelorstudenten leren wel over sociale geneeskunde in zelfstudieopdrachten en het community projectonderwijs. Zo is een van de studieopdrachten in het tweede jaar gericht op het werk van een bedrijfsarts. In het derde jaar komen thema’s binnen de sociale geneeskunde ook terug in het lesmateriaal. Dit jaar hebben we bijvoorbeeld jeugdgezondheidszorg in colleges behandeld. Daarnaast verzorgen we ieder jaar een hoorcollege, waarin een bedrijfsarts verteld over het vak. Verzekeringsgeneeskunde komt vooral terug als zelfstudie van het gelijknamige hoofdstuk in het leerboek k Volksgezondheid en Gezondheidszorg. En in het community projectonderwijs, waarin jaarlijks 1 à 2 projecten worden aangeleverd vanuit het UWV.’
Master
‘Onze masterstudenten lopen in het tweede jaar de verplichte coschappen sociale geneeskunde. Voorafgaand volgen de studenten het onderwijsblok waarin alle specialisaties van sociale geneeskunde aan bod komen. Tijdens dit onderwijsblok verzorgen onder andere bedrijfs- en verzekeringsartsen e-modules, colleges en verplicht vaardigheidsonderwijs over verzuimbegeleiding, beroepsziekten, verzekeringsgeneeskunde en socialeverzekeringswetgeving. Voor de coronapandemie koos ongeveer een derde van de studenten voor de coschappen Arbeid & Gezondheid, die in totaal drie weken duren. Met de opdracht ‘Patiënt volgen’ krijgen onze studenten al tijdens de klinische coschapfase een inkijkje in de gevolgen van een ziekte voor een werkende patiënt en de schakels van het zorgsysteem die patiënten moeten doorlopen. Ook leren ze in verplicht vaardigheidsonderwijs in het eerste jaar, verzorgd door bedrijfsartsen, persoonlijke en omgevingsfactoren die het verloop van de klinische fase van de opleiding positief of negatief kunnen bepalen voor hen.’
Sociale geneeskunde bij Erasmus MC Rotterdam n in het kort:
- De competenties van de arts van de toekomst – de Erasmusarts 2030 – worden steeds meer in het curriculum aangeboden. Dit zijn ook competenties die aansluiten bij het profiel van sociale geneeskunde. Bijvoorbeeld samenwerken en discipline-overstijgend problemen analyseren.
- Op dit moment is er in de bachelor nog weinig aandacht voor sociale geneeskunde, in de master juist meer.
- Bachelorstudenten leren met name over sociale geneeskunde in zelfstudieopdrachten en speciale colleges verzorgd door artsen uit het veld.
- Alle masterstudenten lopen verplichte coschappen sociale geneeskunde. Voor de coronapandemie koos circa een derde van de studenten voor de coschappen Arbeid & Gezondheid. Deze coschappen duren drie weken.
Website: Faculteit der Geneeskunde Erasmus MC Rotterdam
Waarom aandacht voor sociale geneeskunde – waar verzekerings- en bedrijfsgeneeskunde onder valt – belangrijk is? Omdat meer dan de helft van alle huidige geneeskundestudenten straks aan het werk gaat buiten de muren van het ziekenhuis. Ondertussen gaat de meeste aandacht binnen het onderwijs van medische faculteiten uit naar ziekenhuisspecialismen. Uit recent onderzoek van De Geneeskundestudent blijkt dat 57% van de geneeskundestudenten vindt dat beroepen uit de publieke gezondheidszorg onvoldoende aantrekkelijk worden gemaakt binnen de opleiding. We maken een rondje langs de medische faculteiten om erachter te komen hoe zij bezig zijn of gaan om specialismen in de extramurale zorg beter voor het voetlicht te brengen bij geneeskundestudenten.
Lees ook:


Rondje langs de velden: Groningen
‘Sociale geneeskunde wordt steeds meer verankerd in ons curriculum’
De andere dokter maakt een ‘rondje langs de velden.’ We gaan in gesprek met onderwijscoördinatoren sociale geneeskunde van verschillende medische faculteiten verspreid over het land. In hoeverre besteden zij in hun curriculum al aandacht aan arbeid & gezondheid? En wat zijn de plannen voor de toekomst? Deze keer is het woord aan Jessie Hermans. Zij is samen met Netty Bos-Veneman onderwijscoördinator sociale geneeskunde van het Universitair Medisch Centrum Groningen, faculteit Medische Wetenschappen aan de Rijksuniversiteit Groningen. ‘Met onze nieuwe e-learning-modules en het geïntegreerde extramurale coschap verankeren we sociale geneeskunde steeds beter in ons curriculum.’
Jessie: ‘In Groningen is de insteek dat we het onderwijs geïntegreerd aanbieden. We werken samen met andere medische disciplines. Zo leren studenten om vanuit verschillende invalshoeken naar de context van de patiënt, het zorgnetwerk rondom de patiënt en de aanpak van gezondheidsvraagstukken op populatieniveau te kijken. Ook de bedrijfs- en verzekeringsgeneeskunde, als onderdeel van de sociale geneeskunde, krijgt op verschillende manieren aandacht in het Groningse curriculum.’
Bachelor
‘Ieder jaar krijgt een bedrijfsarts de ruimte om colleges te verzorgen. Bijvoorbeeld over thema’s zoals burn-out en arbeidsdermatologie. Ook in de competentieleerlijn healthy ageing komt het werk van bedrijfsartsen en verzekeringsartsen aan bod: artsen Arbeid en Gezondheid doceren samen met revalidatieartsen over de gevolgen van chronische pijn voor werk en participatie van patiënten. De verankering van deze specialisaties in het bachelor curriculum breidt zich steeds verder uit. Voor het komende collegejaar ontwikkelen we bijvoorbeeld een aantal onderwijsactiviteiten in samenwerking met neurologen en psychiaters.’
E-learning modules
‘Bedrijfs- en verzekeringsgeneeskunde komen ook terug in onze nieuwe e-learning Zes stappen van gezondheid. Deze digitale leeromgeving bevat een introductiemodule en zes modules – stappen – over gezondheid. Bijvoorbeeld over de determinanten van gezondheid, de verschillende vormen van preventie en het levensloopperspectief. In iedere stap is ook aandacht voor sociale geneeskunde. Zo vertellen bedrijfsartsen in het lesmateriaal vanuit hun eigen praktijk over hun werk. We gebruiken de e-modules zowel in de bachelor- als in de masteropleiding.’
Master
‘In de master is in alle jaren op verschillende manieren aandacht voor bedrijfs- en verzekeringsgeneeskunde. In het eerste jaar volgen studenten een college over consultvoering, verzorgd door een bedrijfsarts en een jeugdarts. Ze leren aan de hand van praktijkvoorbeelden bijvoorbeeld over school- en ziekteverzuim. In het tweede jaar zijn er binnen de leerlijn Professionele ontwikkeling vier opdrachten over patiëntgerichte zorg, waarvan één over Arbeid & Gezondheid. Studenten onderzoeken hierin samen met de patiënt wat de meest optimale weg door gezondheidszorg is en welke keuzes hierbij horen. Tweedejaars volgen ook het verplichte coschap Sociale geneeskunde van vier weken. In het derde jaar kiezen studenten zelfstandig waar ze een semiarts stage gaan lopen. De keuze valt soms ook op een stage bij de bedrijfs- of verzekeringsarts.’
Geïntegreerd extramuraal coschap
‘Vanaf september 2022 starten we met het geheel nieuwe coschap Sociale geneeskunde. Het is een extramuraal coschap met Huisartsgeneeskunde en Ouderengeneeskunde. Momenteel lopen er pilots waarin coassistenten 12 weken achter elkaar stagelopen. De studenten krijgen in het coschap een completer beeld van het werk in de vakgebieden, de verbindingen ertussen en van het extramurale preventie- en zorgnetwerk. We hebben gezamenlijk een programma voor het terugkomonderwijs ontwikkeld. In iedere onderwijsbijeenkomst komt ook Arbeid & Gezondheid terug, zoals in de speciale module over werk en participatie. In de terugkomdagen leren studenten aan de hand van opdrachten reflecteren op de context van patiënten en cliënten, het preventie- en zorgnetwerk en de continuïteit van zorgen op gezondheidsvraagstukken op community-niveau.’
Stageplaatsen
‘We plaatsen ongeveer 100 coassistenten per jaar bij een bedrijfsgeneeskundige dienst of het UWV. Tijdens de coronacrisis is dat aantal flink gedaald. We hebben in Groningen ruim 400 stageplaatsen sociale geneeskunde nodig. Voor Arbeid & Gezondheid kunnen we wel 200 coassistenten plaatsen. We streven ernaar dit aantal te realiseren, zodat meer studenten kennismaken met het werk van bedrijfs- en verzekeringsartsen. Wij willen organisaties binnen de Arbeid & Gezondheid waar mogelijk ondersteunen om dit aantal stageplaatsen mogelijk te maken.’
Sociale geneeskunde Rijksuniversiteit Groningen in het kort:
- In de bachelor fase geven bedrijfsartsen een aantal colleges en dragen zij bij aan verplichte leerstof.
- Alle studenten hebben toegang tot de e-learning Zes stappen van gezondheidinclusief bijdragen van bedrijfsartsen en verzekeringsartsen.
- Masterstudenten volgen het college ‘consultvoering’ verzorgd door een bedrijfsarts en een jeugdarts en het verplichte coschap sociale geneeskunde van 4 weken.
- Vanaf september 2022 wordt aan alle coassistenten een extramuraal coschap van 12 weken aangeboden. Hier wordt leren op de werkvloer bij Huisartsgeneeskunde, Oudergeneeskunde en Sociale geneeskunde gecombineerd met gezamenlijk en geïntegreerd onderwijs.
- Er zijn nog flink wat extra stageplaatsen nodig. Het UMCG kan circa 200 studenten per jaar introduceren met het werk van bedrijfsarts of verzekeringsarts in de praktijk.
Website: Faculteit Medische Wetenschappen Rijksuniversiteit Groningen
Waarom aandacht voor sociale geneeskunde – waar verzekerings- en bedrijfsgeneeskunde onder valt – belangrijk is? Omdat meer dan de helft van alle huidige geneeskundestudenten straks aan het werk gaat buiten de muren van het ziekenhuis. Ondertussen gaat de meeste aandacht binnen het onderwijs van medische faculteiten uit naar ziekenhuisspecialismen. Uit recent onderzoek van De Geneeskundestudent blijkt dat 57% van de geneeskundestudenten vindt dat beroepen uit de publieke gezondheidszorg onvoldoende aantrekkelijk worden gemaakt binnen de opleiding. We maken een rondje langs de medische faculteiten om erachter te komen hoe zij bezig zijn of gaan om specialismen in de extramurale zorg beter voor het voetlicht te brengen bij geneeskundestudenten.
Lees ook:


5 vragen over de opleiding
Wil je je als student geneeskunde straks specialiseren als verzekeringsarts of bedrijfsarts? Dan wil je natuurlijk eerst weten hoe het precies zit met de opleiding. We hebben de 5 meestgestelde vragen voor jou op een rij gezet:
#1 Waar kan ik de opleiding tot verzekeringsarts of bedrijfsarts volgen?
De opleiding tot bedrijfsarts en verzekeringsarts kun je volgen bij NSPOH in Utrecht en SGBO Radboudumc in Nijmegen.
#2 Hoe lang duurt de opleiding tot verzekeringsarts en bedrijfsarts?
De opleiding duurt 4 jaar als je fulltime werkt. Je volgt dan 1 dag per week onderwijs en werkt 4 dagen per week in de praktijk. Je kan de opleiding ook goed parttime volgen. Je moet wel minimaal voor 50% werkzaam zijn. De opleiding wordt dan evenredig verlengd.
#3 Hoe kom ik aan een opleidingsplek?
Je moet eerst een baan hebben bij bijvoorbeeld UWV, arbodienst of een maatschap. In overleg met je werkgever bepaal je of je in aanmerking komt voor een opleidingsplek. Aanbevolen wordt om eerst ongeveer 12 maanden als anios aan het werk te zijn.
#4 Wat zijn de opleidingskosten voor mij als arts?
In deze sector is het gebruikelijk dat de werkgever zowel de opleidingskosten als de opleidingstijd betaalt.
#5 Waar kan ik na de opleiding aan de slag?
De meeste verzekeringsartsen zijn te vinden bij UWV. Maar je kan ook werkzaam zijn in de private sector; bij een particuliere verzekeringsmaatschappij of aan de slag gaan als zelfstandig ondernemer.
Bedrijfsartsen werken vaak voor een interne of externe arbodienst. Maar ze kunnen zich ook zelfstandig vestigen of met meer artsen in een maatschap samenwerken. Ze adviseren werkgevers en werknemers in alle denkbare branches.
Meer info over de opleiding


Rondje langs de velden: VU Amsterdam
‘Meer vraag naar sociale geneeskunde onder studenten’
De andere dokter maakt een ‘rondje langs de velden.’ We gaan in gesprek met onderwijscoördinatoren sociale geneeskunde van verschillende medische faculteiten verspreid over het land. In hoeverre besteden zij in hun curriculum al aandacht aan arbeid & gezondheid? En wat zijn de plannen voor de toekomst? Deze keer is het woord aan Marc Soethout, onderwijscoördinator sociale geneeskunde van VU Amsterdam en voorzitter van de onderwijsgroep IOSG Sociale Geneeskunde. ‘Geneeskundestudenten geven zelf ook aan dat ze meer willen weten over de mogelijkheden binnen sociale geneeskunde.’
Marc Soethout: ‘Sociale geneeskunde is het derde specialisme van Nederland en het is een breed vakgebied met veel mogelijkheden. Dat is interessant, maar het maakt ook dat studenten niet goed weten wat het inhoudt. Ze horen er nu ook steeds meer over in het nieuws, door corona. Dat maakt studenten nieuwsgierig, ze willen er meer van weten. Met het oog op het Raamplan Artsenopleiding, de maatschappelijke ontwikkelingen én het feit dat het overgrote deel van alle geneeskundestudenten straks buiten het ziekenhuis aan het werk gaat, is de tijd meer dan rijp voor extra aandacht in het curriculum én meer co-plekken in de beroepspraktijk.’
Betrokken bij het primaire proces
Op dit moment krijgen alle ruim 350 bachelorstudenten geneeskunde van VU Amsterdam een cursus Leefstijl, gezondheidzorg en bewegingsapparaat aangeboden, vertelt Marc. ‘We besteden hierin uitgebreid aandacht aan arbeid & gezondheid en het beroep van de bedrijfsarts en de verzekeringsarts. In de vorm van colleges en studieopdrachten. En aan het eind van de master volgen alle studenten een verplicht coschap sociale geneeskunde van twee weken. Circa een derde van de studenten kiest hierbij voor de praktijkstage binnen het domein Arbeid en Gezondheid en ongeveer twee derde van de studenten gaat voor het domein Maatschappij + Gezondheid. Het is de kortste periode in Nederland, maar we kunnen hierdoor wel het hele coschap vormgeven bínnen de sociale geneeskundige beroepspraktijk. En dat is lang niet overal het geval.
Bijna elke medische faculteit in Nederland heeft gelukkig wel een coschap sociale geneeskunde, maar met het grote tekort aan co-plekken lukt het niet om alle studenten een praktijkstage aan te bieden binnen de sociale geneeskunde. Ook zijn co’s vaak nog onvoldoende betrokken bij het primaire proces. En dat is wel wenselijk, om studenten een reëel én aantrekkelijk inkijkje te bieden in de wereld van arbeid & gezondheid.’
Leerboek Volksgezondheid en Gezondheidszorg
‘Ook goed om te benoemen is dat afgelopen jaar een geheel herzien leerboek Volksgezondheid en Gezondheidszorg is verschenen. Met diverse praktijkvelden van de sociale geneeskunde en aparte hoofdstukken over bedrijfsgeneeskunde en verzekeringsgeneeskunde. Ook is uitgebreid aandacht voor het belang van arbocuratieve samenwerking. Het leerboek is voor alle bachelorstudenten bij de VU Amsterdam vaste leerstof en wordt verder door alle geneeskundeopleidingen in Nederland gebruikt.’
Curriculum gaat in transitie
Ondertussen bereidt VU zich voor op een transitie van het curriculum. ‘VU wil het curriculum met name meer extramuraal vormgeven. Dat biedt dus extra kansen en mogelijkheden voor sociale geneeskunde. Ook komt binnen het curriculum extra aandacht voor de integratie van sociale geneeskunde met klinische vakgebieden. Zo is er een pilot met jeugdgezondheidszorg, waarbij we kijken of we de jeugdgezondheidszorg al eerder in de master onder de aandacht kunnen brengen bij studenten. Door tijdens het coschap kindergeneeskunde en verloskunde een stage jeugdgezondheidszorg aan te bieden. Zoiets kan ik me ook heel goed voorstellen voor arbeid & gezondheid. Bijvoorbeeld in combinatie met neurologie of psychiatrie.’
Sociale geneeskunde bij VU Amsterdam in het kort:
- De vraag vanuit studenten naar voorlichting & informatie over sociale geneeskunde groeit.
- Alle bachelor studenten volgen de cursus leefstijl gezondheidzorg en bewegingsapparaat waarin sociale geneeskunde uitgebreid aan de orde komt.
- Alle masterstudenten volgen een verplicht coschap sociale geneeskunde van twee weken, 1/3e kiest voor de praktijkstage binnen het domein Arbeid en Gezondheid.
- Coschap krijgt volledig vorm binnen de sociaal geneeskundige beroepspraktijk.
- Het herziene leerboek Volksgezondheid en Gezondheidszorg met aandacht voor arbeid & gezondheid is voor alle bachelor studenten vaste leerstof.
- Het curriculum gaat in transitie. Het krijgt met name meer extramuraal vorm, wat extra kansen biedt voor sociale geneeskunde.
- Knelpunt voor kennismaking met het vak van bedrijfsarts of verzekeringsarts in het algemeen is het beperkte aantal coschapplekken in de geneeskundige beroepspraktijk.
Website: Faculteit der Geneeskunde Vrije Universiteit Amsterdam
Waarom aandacht voor sociale geneeskunde – waar verzekerings- en bedrijfsgeneeskunde onder valt – belangrijk is? Omdat meer dan de helft van alle huidige geneeskundestudenten straks aan het werk gaat buiten de muren van het ziekenhuis. Ondertussen gaat de meeste aandacht binnen het onderwijs van medische faculteiten uit naar ziekenhuisspecialismen. Uit recent onderzoek van De Geneeskundestudent blijkt dat 57% van de geneeskundestudenten vindt dat beroepen uit de publieke gezondheidszorg onvoldoende aantrekkelijk worden gemaakt binnen de opleiding. We maken een rondje langs de medische faculteiten om erachter te komen hoe zij bezig zijn of gaan om specialismen in de extramurale zorg beter voor het voetlicht te brengen bij geneeskundestudenten.
Lees ook:


Rondje langs de velden: Maastricht
‘We beginnen massa te krijgen’
De andere dokter maakt een ‘rondje langs de velden.’ We gaan in gesprek met onderwijscoördinatoren sociale geneeskunde van verschillende medische faculteiten verspreid over het land. In hoeverre besteden zij in hun curriculum al aandacht aan arbeid & gezondheid? En wat zijn de plannen voor de toekomst? Deze keer is het woord aan Miriam Janssen, onderwijscoördinator sociale geneeskunde van Maastricht University en lid van de onderwijsgroep IOSG Sociale Geneeskunde.
De afgelopen jaren is er bij Maastricht University een mooie basis gelegd voor een vruchtbare toekomst voor de sociale geneeskunde, vertelt onderwijscoördinator Miriam Janssen. ‘Met de benoeming van een hoogleraar Arbeid & Gezondheid heeft het onderwijs op dit terrein een flinke boost gekregen. Ook is er vanuit de faculteit aan de vakgroep Sociale Geneeskunde extra formatie beschikbaar gesteld voor (artsen) maatschappij + gezondheid en arbeid & gezondheid. Op deze manier krijgt de sociale geneeskunde meer massa, waardoor er gebouwd kan worden aan een stevig fundament binnen de faculteit.’
Geïntegreerd coschap voor alle geneeskundestudenten
In de bachelor van de geneeskundeopleiding in Maastricht komt arbeid & gezondheid op dit moment alleen aan bod in een algemeen college over bedrijfsgeneeskunde en verzekeringsgeneeskunde in het tweede jaar, vertelt Miriam. ‘Meer aandacht is er in de master waar alle 360 geneeskundestudenten – 310 Regulier en 50 Arts Klinisch Onderzoeker – een 12-weeks geïntegreerd coschap Huisartsengeneeskunde en Sociale Geneeskunde volgen. Circa een derde tot een kwart van hen loopt daarvoor een 4-weeks werkplekstage in de bedrijfs- of verzekeringsgeneeskunde.’
Vernieuwingen
Momenteel wordt gewerkt aan een nieuwe bachelor en een herziene master. ‘In de nieuwe bachelor krijgt preventie een belangrijke plaats, wat meer ruimte biedt voor sociale geneeskunde. Twee docenten van de vakgroep Sociale Geneeskunde hebben een belangrijke rol in de ontwikkeling van de nieuwe bachelor. In de vernieuwde master komt meer dan nu de nadruk te liggen op de competentie maatschappelijk handelen. Streven is ook om het aantal keuzestages, wetenschapsstages en gezondheidszorgpraktijkstages op het gebied van sociale geneeskunde, onder andere in het werkveld arbeid & gezondheid, aanzienlijk te vergroten.’
Arbeidsgerichte zorg
De herziening van de masteropleiding geneeskunde biedt ook kans voor meer integratie tussen ziekenhuisspecialismen en de sociale- en huisartsengeneeskunde binnen de coschappen. Op het gebied van arbeid & gezondheid kun je bijvoorbeeld denken aan arbeidsgerichte zorg door medisch specialisten, legt Miriam uit. ‘Binnen het Maastricht Universitair Medisch Centrum wordt hiermee al geëxperimenteerd binnen reumatologie, maag-darm-leverziekten, orthopedie, hematologie en oncologie. Met intervisie, van afwisselend een bedrijfs- en verzekeringsarts als expert, wordt kennis gedeeld over arbeid & gezondheid met de professionals in het ziekenhuis. En als de medisch specialist en zijn of haar gespecialiseerd verpleegkundige er niet uitkomen, kan worden doorverwezen naar de Participatiepoli. Deze poli is gericht op complexe problematiek waarbij arbeid een rol speelt. Maar door de toenemende aandacht voor het dagelijks functioneren en het werkende leven van patiënten in de reguliere zorg, blijkt doorverwijzing vaak niet eens nodig. Een mooie ontwikkeling die ook past bij de landelijke ontwikkeling. Waarbij arbeidsparticipatie steeds vaker als behandeluitkomst in medische richtlijnen wordt opgenomen.’
Positief
De integrale benadering en samenwerkingen, maar ook extra praktijkstages en keuzestages binnen het domein, bieden steeds meer gelegenheid voor geneeskundestudenten om kennis te maken met de specialismen binnen arbeid en gezondheid. Maastricht University doet mooie investeringen op het gebied van sociale geneeskunde binnen het curriculum, besluit Miriam. ‘Ik kijk met een positief gevoel naar de toekomst.‘
Sociale geneeskunde bij Maastricht University in het kort:
- Een derde tot een kwart van alle geneeskundestudenten van Maastricht University loopt coschappen in de bedrijfs- of verzekeringsgeneeskunde.
- De aandacht voor sociale geneeskunde binnen de faculteit en binnen het curriculum groeit.
- Afgelopen jaren is extra formatie vrijgemaakt voor sociale geneeskunde, voor (artsen) maatschappij + gezondheid en arbeid & gezondheid.
- Er is een nieuwe bachelor in voorbereiding; twee docenten van de vakgroep sociale geneeskunde zijn hier nauw bij betrokken.
- Ook wordt een herziene master voorbereid, met meer nadruk op de competentie maatschappelijk handelen.
- Streven is om het aantal keuzestages, wetenschapsstages en gezondheidszorgpraktijkstages op het gebied van sociale geneeskundeaanzienlijk te vergroten
- Er wordt gestreefd naar toenemende integratie van ziekenhuisspecialismen en de sociale- en huisartsengeneeskunde binnen de coschappen. Voorbeelden uit de praktijk: arbeidsgerichte zorg in het ziekenhuis, inclusief een participatiepoli.
Website: Maastricht University – Faculty of Health, Medicine & Life Sciences
Waarom aandacht voor sociale geneeskunde – waar verzekerings- en bedrijfsgeneeskunde onder valt – belangrijk is? Omdat meer dan de helft van alle huidige geneeskundestudenten straks aan het werk gaat buiten de muren van het ziekenhuis. Ondertussen gaat de meeste aandacht binnen het onderwijs van medische faculteiten uit naar ziekenhuisspecialismen. Uit recent onderzoek van De Geneeskundestudent blijkt dat 57% van de geneeskundestudenten vindt dat beroepen uit de publieke gezondheidszorg onvoldoende aantrekkelijk worden gemaakt binnen de opleiding. We maken een rondje langs de medische faculteiten om erachter te komen hoe zij bezig zijn of gaan om specialismen in de extramurale zorg beter voor het voetlicht te brengen bij geneeskundestudenten.
Lees ook:


De andere dokter in LAD
“Arbeid en gezondheid: startpunt voor een mooie dokterscarrière”, zo kopt het artikel het LAD magazine over De andere dokter. In een interview met Gertjan Beens, voorzitter NVAB, en Kevin De Decker, vice-voorzitter NVVG, zet het LAD uiteen wat het specialisme ‘Arbeid en gezondheid’ te bieden heeft.
Bedrijfsartsen kijken volgens Gertjan Beens niet alleen naar de klachten waardoor iemand is uitgevallen, maar ook naar andere factoren. ‘Als het ergens wringt, kan het nodig zijn achterliggende problemen te bespreken. Het is mooi als nieuw inzicht soms leidt tot het zelf zetten van nieuwe stappen. Als je als dokter effect van je werk wilt zien, ben je als bedrijfsarts op de juiste plek. Je komt in aanraking met alle facetten van iemands leven. Zelf kwam ik direct na mijn studie tijdens militaire dienst met dit boeiende vak in aanraking. Zo was ik al vroeg overtuigd van een carrière als bedrijfsarts.’
Verzekeringsarts Kevin De Decker: “Bij UWV spreek ik mensen met de meest interessante en complexe levensverhalen. Mijn analyse en beoordeling is van doorslaggevende betekenis voor iemands toekomst. Het is een generalistisch vak met zowel medische, sociale als juridische kanten, die allemaal van belang zijn voor een compleet beeld van het gezondheidsperspectief van mensen.’
Lees het hele artikel van LAD: Arbeid en gezondheid: startpunt voor een mooie dokterscarrière (PDF, LAD Magazine, juli 2021)
